Welkom bij tandartspraktijk H.W Visscher

De tandarts en het team van tandartspraktijk H.W Visscher bieden zorg, persoonlijke aandacht en adviezen voor uw mond en gebit. Een goede mondverzorging is belangrijk voor een eerste indruk en voor uw gezondheid!

Behandelingen

Synoniemen: tandartsbehandeling , tandheelkundige behandelingen

Inhoud


« Terug naar het overzicht

Wat gebeurt er tijdens een wortelkanaalbehandeling?

Tijdens een wortelkanaalbehandeling verwijdert de tandarts het ontstoken tandweefsel. Ontstoken tandweefsel geneest niet meer. Het is een onomkeerbaar proces. Daarom haalt uw tandarts het ontstoken weefsel weg. Een wortelkanaalbehandeling wordt ook wel kanaal- of zenuwbehandeling genoemd.

De wortelkanaalbehandeling
De wortelkanaalbehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving als uw tandweefsel nog (gedeeltelijk) ‘levend’ is. Een verdoving is soms niet nodig als uw tandweefsel al is afgestorven. Vaak maakt uw tandarts een of meer röntgenfoto’s. Zo heeft hij een goede controle over het verloop van de behandeling. Uw tandarts maakt eerst uw tand of kies open en verwijdert het ontstoken weefsel. Daarna reinigt hij het kanaal met kleine vijltjes en spoelt hij het met een desinfecterende spoelvloeistof. Vervolgens worden de kanalen gevuld. Na de wortelkanaalbehandeling maakt uw tandarts uw tand of kies weer dicht met een vulling. Als de kies is verzwakt, kan een kroon nodig zijn. Een tand of kies die op deze wijze is behandeld, kan nog lange tijd mee.

Kan een wortelkanaalbehandeling bij iedere tand of kies worden uitgevoerd?

Soms kan uw tandarts geen wortelkanaalbehandeling uitvoeren, omdat er bijkomende problemen zijn. Het kan voorkomen dat de tand of kies moet worden verwijderd. Met uw tandarts kunt u de mogelijke oplossingen bespreken voor de vervanging van uw verloren tand of kies. Denk bijvoorbeeld aan een brug.

Is een wortelkanaalbehandeling pijnlijk?

Een wortelkanaalbehandeling is met een verdoving meestal niet pijnlijk.

Hoe lang duurt een wortelkanaalbehandeling?

De duur van een wortelkanaalbehandeling is afhankelijk van het aantal wortelkanalen. Tanden hebben meestal één wortel. Kiezen hebben er vaak meer. De behandelingstijd varieert daarom van een half tot anderhalf uur. Vaak kan de tandarts de wortelkanaalbehandeling in één keer afmaken. Soms moet u een aantal keren terugkomen.

Geeft een wortelkanaalbehandeling napijn?

Na het reinigen van de wortelkanalen kunt u eventueel napijn krijgen, die enkele dagen kan aanhouden. U kunt de napijn met een goede pijnstiller onderdrukken. Een antibioticum is meestal niet nodig.

Verkleurt een tand of kies na een wortelkanaalbehandeling?

Een tand of kies verkleurt meestal niet na een wortelkanaalbehandeling. Als er toch enige verkleuring ontstaat, kan uw tandarts die meestal verhelpen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Vraag uw tandarts om advies.

Als een of meer tanden moeten worden vervangen

Een plaat- of frameprothese, ook wel partiële (gebits)prothese genoemd, is een vervanging van één of meer (maar niet alle) tanden of kiezen. Een goede oplossing als uw verloren tanden of kiezen niet door een kroon, een brug of implantaten worden vervangen. De prothese kunt u uit de mond nemen; een kroon, een brug en implantaten niet. Die zitten vast in de mond.

Bang bij de tandarts. Waar ben ik precies bang voor?

Waarvoor bang?

Je bent misschien bang voor:

  • het geluid van de boor. 
  • het trillen dat je door het boren in je hoofd voelt.
  • pijn tijdens het boren.
  • pijn van de prik voor de verdoving.
  • het idee van de prik.
  • het gevoel dat je geen controle meer hebt als je in de tandartsstoel ligt. 
  • al het onbekende van de behandeling. 
  • het gevoel dat de spreekkamer benauwd is. 
  • het gevoel dat de tandarts jou maar vervelend vindt. 
  • De mogelijkheid dat de tandarts een vergissing begaat.

Als je eenmaal bang bent, is er een kans dat je steeds banger wordt als je bij de tandarts bent. Dat komt omdat je hart sneller gaat kloppen, je een beetje duizelig wordt en je gaat trillen. Deze onprettige sensaties kunnen ervoor zorgen dat het gevoel van angst wordt versterkt. Gelukkig kun je er veel aan doen om het gevoel van angst terug te dringen.

Wanneer geeft de tandarts een verdoving?

Als de tandarts iets moet doen wat pijnlijk kan zijn, zal hij in de meeste gevallen eerst voorstellen om te verdoven. Die verdoving bestaat uit een klein prikje, waarna je meestal geen pijn meer voelt. Voel je na de verdoving toch nog pijn, zeg dat dan meteen. De tandarts kan dan nog een beetje extra verdoven. Als de verdoving eenmaal werkt, voelt je wang of lip vaak dik aan en heb je het gevoel dat je moeilijker kunt praten en eten of drinken. Dit gevoel verdwijnt weer nadat de verdoving is uitgewerkt, meestal één of enkele uren na de behandeling. Zie je erg tegen de prik op, dan kun je vragen of de tandarts het eerst wil proberen zonder verdoving. Wordt de pijn te hinderlijk, dan kan de tandarts op jouw verzoek alsnog verdoving geven. De tandarts kan de plek waar de verdoving gegeven wordt iets minder gevoelig maken met een zalfje. 
Sommige tandartsen werken met lachgas. Lachgas veroorzaakt een gevoel van ontspanning en neemt daardoor veel angstgevoel weg. Het lachgas wordt toegediend via een neuskapje. Je moet dan ook goed door je neus in- en uitademen. Lachgas mag overigens niet worden gebruikt in de eerste drie maanden van een zwangerschap. En je mag pas een half uur na behandeling met lachgas weer deelnemen aan het verkeer. Als jouw tandarts geen lachgas gebruikt, kun je vragen of hij je wil doorverwijzen naar een tandarts die dat wel toepast.

Voorbereiding op het trekken van een tand of kies

Eet van tevoren gewoon goed als u bij uw tandarts of de kaakchirurg een tand of kies moet laten trekken. Slikt u geneesmiddelen? Neemt u die dan gewoon in. Indien u antistollingsmiddelen gebruikt, moet u dit ruim van tevoren melden. Het is sowieso altijd raadzaam een lijstje bij u te hebben waarop vermeld staat welke geneesmiddelen u gebruikt.

Wat kan ik verwachten na het trekken van een tand of kies?

Geneest de wond snel?

Het duurt een dag of tien voordat de wond helemaal dicht is. Als het bloed in de wond goed kan stollen, geneest de wond het beste. Met spoelen verwijdert u het stollende bloed. Daarom mag u de eerste dag uw mond niet spoelen. Drinken mag natuurlijk wel.

Wat is slecht voor de genezing?

Alcohol en roken vertragen de genezing van de wond. Zie hier daarom vanaf. Laat ook geen pijnstiller op de plek waar de pijn is smelten. Sommige pijnstillers kunnen op de plaats van de wond extra irritatie veroorzaken.

Wanneer kunt u weer eten?

Als de verdoving is uitgewerkt, mag u gerust weer voorzichtig eten en drinken. Wacht altijd met kauwen totdat de verdoving helemaal is uitgewerkt. Anders bijt u op uw wang of lip.

Wanneer kunt u weer tandenpoetsen?

U kunt uw tanden en kiezen weer normaal poetsen na het trekken. Doe het wel een beetje voorzichtig op de plaats waar net uw tand of kies is getrokken.

Witte vullingen

Tanden en kiezen kunnen met verschillende materialen worden gevuld. Een van die materialen is de witte vulling.

Daarvan zijn er drie soorten die door de tandarts direct in de mond kunnen worden aangebracht: composiet, glasionomeer en compomeer. Het zijn materialen die verschillen van samenstelling. Composiet is de sterkste van de drie. Daarom wordt composiet het meest gebruikt.

Kunnen witte vullingen altijd worden gebruikt?

Een witte vulling kan in veel gevallen worden toegepast. Het hangt onder meer af van de grootte van de vulling en de plek waar de vulling moet komen. Welk vulmateriaal in welk geval het meest geschikt is, kunt u met uw tandarts bespreken

Wanneer worden glasionomeer en compomeer gebruikt?

Glasionomeer en compomeer zijn vanwege hun geringere sterkte op minder plaatsen in het gebit toepasbaar. Glasionomeer wordt toegepast op weinig kwetsbare plekken in het melk- en blijvend gebit, bijvoorbeeld op plekken waar bij kauwen nauwelijks kracht op wordt uitgeoefend. Compomeer wordt met name toegepast in het melkgebit. Melktanden en -kiezen slijten sneller dan blijvende elementen. Vullingen van compomeer slijten even snel mee en zijn daarom ideaal voor het melkgebit. De vulling komt dan immers niet boven de tand of kies uit te steken.

Hoe gaat de behandeling van een witte vulling in zijn werk?

1. Het bepalen van de gewenste kleur wit
Allereerst wordt gekeken welke kleur vulmateriaal het beste bij de tand of kies past. Er zijn zeer veel kleuren wit beschikbaar. Door combinatie van verschillende kleuren is het vrijwel altijd mogelijk de juiste kleur te krijgen.

2. Afslijpen van de tand of kies
Wanneer een vulling in een kies moet worden vervangen, dan wordt eerst de oude vulling verwijderd. Wordt een kies voor de eerste keer gevuld, dan wordt alleen het aangetaste deel van de kies weggeslepen. Als de vulling wordt aangebracht om een tand mooier te maken, hoeft niets of slechts zeer weinig van de tand of kies te worden weggeslepen.

3. Droogleggen
Om de vulling aan de tand of kies te laten plakken, moet het tandoppervlak droog zijn. Voor dit ‘droogleggen’ wordt soms een rubber lapje (de rubberdam) gebruikt. Deze rubberdam wordt over de te behandelen tand of kies getrokken. Ook kan het oppervlak droog gemaakt worden met een afzuiger en wattenrollen.

4. Plaktechniek
Voor composiet en compomeer wordt de tand of kies eerst met een zuur voorbehandeld, waarna een hechtlaag wordt aangebracht. Door belichting wordt deze hechtlaag hard. Bij glasionomeer vindt ook een voorbehandeling met een zuur plaats, maar is een hechtlaag niet nodig.

5. Vullen
Het vulmateriaal wordt meestal in een aantal lagen op de tand of kies aangebracht. De witte vulling van composiet of compomeer komt op de hechtlaag. De glasionomeervulling wordt direct aan de tand of kies geplakt. Vervolgens worden composiet, compomeer en sommige glasionomeren door belichting hard gemaakt. Andere glasionomeren worden na aanbrengen vanzelf hard.

6. Afwerken
Tot slot wordt het oppervlak van de vulling bij composiet en compomeer gepolijst. Glasionomeer wordt met een speciale laklaag afgedekt.

Waaruit bestaat de behandeling voor een facing?

Het aanbrengen van een facing verloopt in een aantal stappen. Een facing van composiet brengt de tandarts in één behandeling aan. Een porseleinen facing wordt in een tandtechnisch laboratorium gemaakt. Daarom moet u minstens tweemaal naar uw tandarts.

De behandeling in stappen voor een composiet facing

Kiezen van de kleur
Eerst kiest de tandarts in overleg met u de juiste kleur van uw facing. Het effect van de gewenste kleur kan de tandarts u direct laten zien. Hij heeft verschillende kleuren tot zijn beschikking die hij met elkaar kan combineren. U kunt het vergelijken met het mengen van verschillende soorten verf.

Afslijpen van de tand
Als het nodig is, slijpt de tandarts een heel dun laagje van het oppervlak van uw tand af. Zo maakt hij ruimte voor de facing. Als dit niet gebeurt, wordt uw tand iets dikker.

Vastplakken van de facing
Voordat uw tandarts de composiet aan uw tand plakt, behandelt hij uw tand voor met een zuur. Ook brengt hij een hechtlaag aan op uw tand. Op deze laag bevestigt hij de nog zachte composiet.


In vorm brengen van de facing
Nadat uw tandarts de composiet op uw tand heeft geplakt, boetseert hij het vulmateriaal eerst globaal in de juiste vorm. De tandarts beschijnt de composiet met een blauw licht als de gewenste vorm is bereikt. Hiermee maakt hij de composiet hard. Ten slotte slijpt hij de composiet in de gewenste vorm en polijst hij het oppervlak. Dan is de facing klaar. Als u de vorm of kleur niet goed vindt, kan uw tandarts de facing, na het wegslijpen van een laagje composiet, direct corrigeren.

De behandeling in stappen voor een porseleinen facing

Kiezen van de kleur
Tijdens de eerste behandeling bepaalt uw tandarts in overleg met u de juiste kleur van de facing. Hij gebruikt daarvoor een kleurenstaal. Uw facing wordt vervolgens in het tandtechnisch laboratorium in deze kleur gemaakt.

Afslijpen van de tand
Bij een facing van porselein moet de tandarts bijna altijd glazuur wegslijpen. Een porseleinen facing moet namelijk minimaal een halve millimeter dik zijn.

In vorm brengen van de facing
Uw tandarts maakt een afdruk van uw tand. Die afdruk gaat naar het tandtechnisch laboratorium. Daar maken ze uw facing in de gewenste vorm.

Vastplakken van de facing
Tijdens de tweede behandeling brengt de tandarts de facing aan. Voordat de tandarts de facing aan uw tand plakt, behandelt hij uw tand voor met een zuur. Ook brengt hij een hechtlaag aan op uw tand. Op deze laag plakt hij de facing. Als u de vorm of kleur van de facing niet goed vindt, moet een geheel nieuwe facing in het tandtechnisch laboratorium worden gemaakt.

Welke behandelingen bij de tandarts zijn er?

Na het onderzoek van de tanden en kiezen en het tandvlees kan het voorkomen dat er een of meer tandheelkundige behandeling nodig zijn. Hieronder vindt u meer informatie over enkele tandheelkundige behandelingen:

Zie ook: 

Hoe snel geneest de wond na het trekken van een tand of kies?

Het duurt een dag of tien voordat de wond helemaal dicht is. Als het bloed in de wond goed kan stollen, geneest de wond het beste. Met spoelen verwijdert u het stollende bloed. Daarom mag u de eerste dag uw mond niet spoelen. Drinken mag natuurlijk wel.

Wat is slecht voor de genezing?
Alcohol en roken vertragen de genezing van de wond. Zie hier daarom vanaf. Laat ook geen pijnstiller op de plek waar de pijn is smelten. Sommige pijnstillers kunnen op de plaats van de wond extra irritatie veroorzaken.

Wanneer kunt u weer eten?
Als de verdoving is uitgewerkt, mag u gerust weer voorzichtig eten en drinken. Wacht altijd met kauwen totdat de verdoving helemaal is uitgewerkt. Anders bijt u op uw wang of lip.

Wanneer kunt u weer tandenpoetsen?
U kunt uw tanden en kiezen weer normaal poetsen na het trekken. Doe het wel een beetje voorzichtig op de plaats waar net uw tand of kies is getrokken.

Van eigen gebit naar een kunstgebit

U krijgt een kunstgebit. Dat is een grote verandering, want uw nieuwe kunstgebit speelt een belangrijke rol bij het kauwen en spreken. Bovendien zijn uw kunsttanden erg belangrijk voor uw uiterlijk. Uw tanden zijn immers uw eerste blikvanger.

Het trekken van tanden en kiezen
Het trekken van tanden en kiezen gebeurt meestal niet in één keer. De tandarts trekt eerst uw kiezen. Pas later uw tanden. Die blijven dus voorlopig nog staan, zodat u niet zonder tanden zult lopen. Tussen het trekken van de kiezen en de tanden zit doorgaans enkele weken. In de tussentijd krijgt het tandvlees de gelegenheid om te genezen en te herstellen. U zult het dus een tijdje zonder kiezen moeten stellen. Met eten is dat een beetje behelpen. Als de wonden nog niet zijn genezen, kunt u het beste zacht voedsel eten. Daarna kunt u gewoon weer eten wat u normaal gewend bent. Meestal zal uw kauwvermogen minder zijn.

Een afdruk maken
Voordat de tandarts de tanden trekt, maakt hij een afdruk van uw kaak. Dat gebeurt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel. Hierop wordt een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt nóg een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw kunstgebit gemaakt.
Bent u tevreden over de kleur, de vorm en de stand van uw eigen tanden? Of misschien juist niet? Informeer uw tandarts hierover vóórdat het kunstgebit wordt gemaakt. Uw tandarts kan u hierin advies geven. Hij zal proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden.

Het kunstgebit wordt direct geplaatst
Vroeger liepen mensen voordat ze een kunstgebit kregen een tijdje zonder tanden. Tegenwoordig hoeft dat niet meer. Het kunstgebit, ook wel immediaatprothese genoemd, wordt onmiddellijk in uw mond geplaatst als de laatste tanden zijn getrokken. Dus direct over de verse wonden heen. Dat vindt u misschien een vreemd idee, maar dit heeft een groot voordeel. Uw kunstgebit zit in het begin namelijk als een soort verband op de wonden.

Als u in de spiegel kijkt, moet u waarschijnlijk erg wennen. Uw mond is nu een maal een belangrijke blikvanger en die is veranderd. Neem een paar dagen de tijd om te wennen en beoordeel pas dan hoe u er met uw nieuwe tanden en kiezen uitziet.

Zie ook Een nieuw kunstgebit

Twee manieren van inbrengen

Vaak is het implantaat na plaatsen zichtbaar in de mond; het steekt door het tandvlees heen. Het voordeel daarvan is dat de tandarts voor het aanbrengen van de kroon, de brug of de overkappingsprothese het tandvlees niet meer hoeft open te maken. Het kan ook zijn dat het implantaat na plaatsen met tandvlees wordt overhecht en dus niet direct zichtbaar is in de mond. Deze aanpak kan soms nodig zijn om het implantaat goed te laten ingroeien in het kaakbot en het vermindert de kans op infectie. Voor het aanbrengen van de kroon, brug of prothese moet het tandvlees in dat geval wel opnieuw worden opengemaakt. Uw behandelaar beoordeelt welke aanpak in uw situatie de beste is.

Wie plaatst de implantaten en plaats de prothetische voorziening?

Implantaten kunnen door een tandarts die zich in de implantologie heeft bekwaamd, een tandarts-implantoloog of een kaakchirurg worden aangebracht. De kroon of brug op de implantaten wordt door een tandarts(-implantoloog) gemaakt in samenwerking met een tandtechnisch laboratorium. In geval van een overkappinsprothese op de implantaten kan de behandelaar een tandarts of tandprotheticus zijn. Deze laatste is geen tandarts, maar iemand die specifiek is opgeleid om gebitsprothesen te maken.

Tandheelkundige behandelingen bij zwangerschap

Vertel je tandarts of mondhygiënist voorafgaand aan de controle dat je zwanger bent. De eerste drie maanden van de zwangerschap is hij voor de zekerheid terughoudend met het maken van röntgenfoto’s. Soms worden uitgebreide tandheelkundige behandelingen uitgesteld tot na de bevalling. Maar de meeste tandheelkundige behandelingen kun je zonder risico tijdens de zwangerschap ondergaan, ook met verdoving.

Wanneer is een behandeling met implantaten mogelijk?

In principe kan bij iedereen met volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer achttien jaar) een implantaat worden geplaatst. Voor een succesvolle behandeling moet u wel aan enkele voorwaarden voldoen:

  • Er moet voldoende kaakbot in hoogte én in breedte zijn.

  • Het kaakbot moet gezond zijn.

  • Ook het tandvlees van de resterende tanden moet gezond zijn. Is dat niet het geval dan moet dat eerst worden behandeld.

  • De aangebrachte voorzieningen moeten goed worden onderhouden.

Roken en bovenmatig alcoholgebruik hebben een nadelige invloed op het succes van de implantaten.

De behandelaar beoordeelt aan de hand van röntgenfoto’s of u voldoende kaakbot heeft en of het kaakbot geschikt is om te implanteren. Soms is het nodig nieuw kaakbot te maken op plaatsen waar onvoldoende bot is.

Hoe verloopt de behandeling met implantaten?

Voordat de implantaten worden geplaatst, krijgt u een plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt het tandvlees op de plek waar het implantaat moet komen losgemaakt zodat het kaakbot zichtbaar wordt. Dan wordt een gaatje in het kaakbot geboord. Daarin wordt het implantaat geschroefd. Vervolgens wordt het tandvlees gehecht. Als u meer dan één implantaat nodig heeft, worden deze vrijwel altijd tijdens hetzelfde behandelbezoek ingebracht.

  1. Plaats waar het implantaat komt.
  2. Het tandvlees wordt losgemaakt.
  3. Er wordt een gaat in het bot geboord.
  4. Het implantaat wordt aangebracht.
  5. Het tandvlees wordt gehecht.

Kronen en bruggen. Duurzame vervangingen voor tanden en kiezen

Kronen en bruggen zijn bedoeld als duurzame vervangingen voor tanden en kiezen. Ze benaderen de oorspronkelijke vorm en functie zoveel mogelijk. Een behandeling voor een kroon of brug is ingewikkelder dan voor een gewone vulling. U zult dan ook enkele keren bij uw tandarts moeten terugkomen. 

Wat is een kroon?

Een kroon is een kapje van metaal en/of porselein dat precies over een afgeslepen tand of kies past. Het kapje zit op de tand of kies vastgelijmd. Door een kroon krijgt de tand of kies zijn oorspronkelijke vorm en functie weer terug.

Wanneer kan een kroon nodig zijn?

1. Er is onvoldoende houvast voor een vulling. Door tandbederf kan een groot deel van de tand of kies verloren zijn gegaan.

2. Verbeteren van het uiterlijk. Meestal gaat het daarbij om verkleurde en/of slecht gevormde tanden of kiezen die voor in de mond staan.

Wat is een brug?

Een brug wordt gemaakt ter vervanging van één of meer ontbrekende tanden en/of kiezen. Een brug zit vast aan twee of meer pijlers. Dat zijn afgeslepen tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte van de ontbrekende tand of kies. Een brug bestaat uit twee of meer kronen die op pijlers passen en een brugtussendeel, ook wel ‘dummy’ genoemd. Deze bestaat uit één of meer kunsttanden en/of kiezen die op de plaats van de open ruimte komen.

Hoe verloopt de behandeling van een kroon of een brug?

De behandeling van een kroon of brug verloopt in stappen. Hiervoor twee of drie bezoeken aan uw tandarts nodig. Een kroon of brug wordt niet direct in uw mond gemaakt, maar in een tandtechnisch laboratorium. Hiervoor is ongeveer één tot twee weken tijd nodig.

De behandeling in stappen

Afslijpen van de tand of kies
Allereerst wordt een deel van de tand of kies afgeslepen, totdat er genoeg ruimte is om een kroon of brug te maken. Zo nodig krijgt u een plaatselijke verdoving.


Afdruk maken
Vervolgens maakt de tandarts een afdruk van uw hele kaak of het gedeelte waarin zich de afgeslepen kies bevindt. Hiervoor brengt de tandarts een afdruklepel met een rubberachtige massa in uw mond. Zo ontstaat een afdruk waarin later in een tandtechnisch laboratorium gips wordt gegoten. Op dit gipsmodel wordt de kroon of brug gemaakt. 



Beetregistratie
Met de beetregistratie bepaalt de tandarts hoe de tanden en kiezen van uw onder- en bovenkaak op elkaar passen. Daarvoor is een afdruk van de tegenovergelegen kaak nodig. Hiervoor gebruikt de tandarts een wasplaatje.




Kleur bepalen
Als de kroon of brug vóór in de mond staat, heeft deze meestal een tandkleurige buitenlaag. Samen met uw tandarts zoekt u een geschikte kleur uit.

Noodvoorziening
Voor uw comfort en ter bescherming van de afgeslepen tand of kies , maakt de tandarts een noodvoorziening (tijdelijke kroon). Eet er geen harde of kleverige producten mee. De tijdelijke kroon is daar niet op berekend. Neem bij breuk of losraken van de tijdelijke kroon contact op met uw tandarts.


Vastzetten
Bij de laatste afspraak past uw tandarts de kroon of brug in uw mond en zet hem vast. Aan de binnenzijde van de kroon of brug brengt hij een snelhardend cement aan. Vervolgens schuift hij de kroon of brug op zijn plaats en drukt hem stevig aan.






Opbouw

Als uw tand of kies te weinig houvast biedt voor een kroon of brug, kan uw tandarts eerst een opbouw maken. Hij lijmt de opbouw met een pin in het wortelkanaal vast. Dan plaatst hij de kroon of brug over de opbouw.


« Terug naar het overzicht